Curial e Güelfa

Anònim
Anònim

Er verscheen hem een arme knaap die helemaal naakt liep, zonder ook maar enige bedekking, die van huis tot huis ging en om een aalmoes vroeg, maar hij trof niemand aan die hem wat wilde geven of die medelijden had. Het zag ernaar uit dat hij van honger ging omkomen. Toen hij uitgeput raakte en op het punt stond te sterven, zag hij in een deuropening een vrouw die zo mooi was dat Venus met alle schoonheid die zij bezat, best tevreden was geweest. Deze vrouw ging gans in het zwart gekleed als een weduwe. Zo’n groot ontzag boezemde zij de jongen in dat hij haar niet durfde aan te spreken of haar om een aalmoes te vragen, maar zij riep hem toch en zei: ‘Wat zoek je, jongen?’

De knaap antwoordde: ‘Vrouwe, ik sterf van honger en kou.’ En meteen ontdeed de vrouw zich van haar kledij en omhulde hem ermee, en het leek wel of het hem goed zat. En zij legde de hand op haar borst, rukte zich het hart uit en zei: ‘Eet dit brood en verblijd je, want het is genoeg om je honger te stillen.

De knaap at het hart op, en het leek hem de zoetste spijs die er ter wereld te vinden was. Onder het eten zag zij hem opgroeien tot een mooie, rijzige man.

Toen zei de vrouw: ‘Eet maar flink tot je verzadigd bent, maar op één voorwaarde: als je mij ooit honger mocht zien lijden, heb dan ook medelijden met mij.’

En de knaap beloofde dat. Hierna verdween de jongen, want hij was nu een grote, flinke man, en alleen de vrouw bleef in Curials droom achter.

Na dit tafereel was het of hij vervolgens de vrouw opnieuw zag opdoemen, maar nu in zeer armoedige en droevige omstandigheden. Haar gelaat zag er bleek en terneergeslagen uit, het haar hing los en was slecht gekamd, en zij stierf haast van de honger. Zo zwak was zij geworden dat er tussen gebeente en vel geen vlees meer viel te bespeuren. En zij vroeg nu degene die zij gespijsd had om eten, maar hij weigerde haar iets te geven, draaide haar zelfs de rug toe en bande haar geheel en al uit zijn gedachten.

De vrouw, die zag hoe ondankbaar hij was, viel haast in zwijm en wist niet wat ertegen te doen, maar evenmin aanvaardde zij iets van anderen. Zo wilde zij dan liever de doodslaap ingaan, vooral omdat zij ook nog zag hoe die boosaardige kerel een andere vrouw toestak wat eigenlijk haar toekwam. Curial had hem wel kunnen ombrengen! Vervolgens echter zag hij de hemelen opengaan en Phoebus, die het al ziet, deed Venus het verhaal van deze ondankbare. Dit maakte Venus op slag zo boos dat zij haar zoon Cupido beval die vrouw te hulp te snellen. Waarop Cupido zijn boog nam en twee pijlen afschoot: een van lood, de andere van goud. Met de loden pijl trof hij de vrouw midden in het hart, en met de gouden de ondankbare man. Zo zwaar verwondde hij hen dat de vrouw insliep, maar de man werd zwindelig en kreeg de ergste pijnen te verduren zodat hij snakte naar de dood, die hem echter niet was gegund.

 

Curial and Guelfa.  Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1996. [Premi Serra d’Or 1997].

Traduït per Bob de Nijs

Bob de Nijs